Hoewel de wetenschappelijke studie van paranormale verschijnselen op de Universiteit als zeer controversieel wordt beschouwd is er wel degelijk ruimte voor omdat men wel erkent dat ‘het de studenten leert scherp te denken’. Hiermee wordt bedoeld dat bij dit soort onderzoek de onderzoeker heel erg alle alternatieve verklaringen voor een evt. als paranormaal te duiden resultaat moet uitsluiten. Dit argument van methodologische training geldt natuurlijk ook op andere leerinstellingen.
Niettemin is het eerste wat een docent die zulk onderzoek zou willen begeleiden te horen krijgt dat hij of zij zich toch niet gaat inlaten met pseudowetenschap. Het probleem is dat de serieuze literatuur op dat gebied moeilijk te vinden is en dat het aantal onderzoekers die deze literatuur heeft bestudeerd heel beperkt is. Kortom collega's weten vaak niets meer dan wat ze in de krant er over lezen. Wetenschapsjournalisten zijn altijd heel kritisch, ook al niet omdat ze de literatuur bestudeerd hebben maar omdat ze bang zijn voor de negatieve reacties die voor hen nog bedreigender is: Ze willen absoluut niet met pseudowetenschap geïdentificeerd worden.
De experimentele parapsychologie gebruikt echter precies dezelfde methodes als nagenoeg alle exacte wetenschappen. Dat maakt het ook zo geschikt voor onderwijs op dit gebied. Daarbij zijn de onderzoeksvragen vaak wat interessanter en uitdagender dan bij het meeste wetenschappelijke onderzoek.
Het gaat hem juist erom dat de student de wetenschappelijke methoden niet alleen vaardig wordt maar vooral begrijpt dat het zo moet. Statistiek is niet een ‘druk op een knop’ maar in principe een methode om de kans uit te rekenen dat je conclusie verkeerd kan zijn. Dat wordt heel duidelijk bij dit soort controversieel maar vaak ook fascinerend onderzoek. Ook wordt duidelijk dat Statistiek helemaal niet moeilijk is en ten onrechte is gehuld in voor de meeste studenten moeilijke wiskunde.
Aangezien het gebrek aan kennis vaak de onderliggende reden is voor het label pseudowetenschap is het handig om morrende collega’s een overzichtsboek aan te raden (Radin, The Conscious Universe bijvoorbeeld). Of wellicht kan hij of zij proefpersoon zijn?